1. Inleiding
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft een kader voor het (financierings-) risicomanagement. Het betreft het raamwerk voor het financieringsbeleid. Dit is verder uitgewerkt in de gemeentelijke Regeling treasury. Deze regeling geeft een uiteenzetting van de kaders, waarbinnen het treasurybeleid van de gemeente Houten wordt vormgegeven en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie worden beschreven.
Daarnaast zijn er beleidsregels met betrekking tot het verstrekken van geldleningen en garanties. Deze beleidsregels bieden toetsingskaders c.q. spelregels voor het beoordelen van lening- en garantieaanvragen.
2. Ontwikkelingen
De door BNG gehanteerde basisrente wordt voor Houten al jaren gebaseerd op Euribor (Euro Interbank Offered Rate; het rentetarief voor leningen tussen de Europese banken). Europese regelgeving vereist van basisrentes dat ze robuust en betrouwbaar zijn. Nieuwe regels bepalen dat basisrentes meer op basis van transacties moeten worden berekend en minder op basis van inschattingen van banken om de objectiviteit te vergroten. ECB (Europese centrale bank) heeft als alternatief voor Euribor de basisrente €STR (Ester) geïntroduceerd die aan deze regelgeving voldoet. Doordat de nieuwe basisrente €STR op een andere wijze wordt berekend, zal deze naar verwachting niet helemaal gelijk zijn aan de bestaande basisrente. In de markt worden momenteel methoden en standaarden ontwikkeld om de nieuwe basisrente zo veel als mogelijk gelijk te stellen aan de bestaande basisrente om schommelingen te beperken.
3. Rentevisie
Voor de financieringsbehoefte (korte en lange termijn) is een visie op de rente-ontwikkeling onontbeerlijk. Daarom wordt gebruik gemaakt van diverse renteverwachtingen van kredietwaardige instellingen. Op basis daarvan wordt de gemeentelijke rentevisie geformuleerd.
De FED (de centrale bank van de Verenigde Staten van Amerika) heeft de beleidsrente medio 2024 bepaald tussen de 5,25% tot 5,50% (gelijk aan medio 2023). Het doel van de hoge rente is o.a. om de hoge inflatie te beteugelen. Nu in de VS de inflatie flink is afgezwakt, worden er later dit jaar renteverlagingen verwacht.
De rente van de ECB (Europese centrale bank) is medio 2024 3,75% na een daling van 0,25 procentpunt in juni 2024. Dit was de eerste daling sinds 2019. Verdere dalingen van de ECB rente en spaarrentes in 2024 (en daarna) zijn zeer waarschijnlijk nu de inflatie is afgezwakt. Economen verwachten dat de ECB-rente in december 2025 al op 2,25% zal zitten.
De 10-jaars swaprente, de maatstaf voor de kapitaalmarktrente, daalde van 3,05% medio 2023
naar 2,73% medio 2024. Voor medio 2025 is de verwachting, dat de 10-jaars swaprente in de eurozone zich rond de 2,66% zal bewegen. De kortetermijnrente zal gemiddeld uitkomen op 2,62%.
De 3-maands Euribor (Euro Interbank Offered Rate; het rentetarief voor leningen tussen de Europese banken) daalde van 3,72% medio 2023 naar 3,69% medio 2024.
4. Renterisico
Voor het renterisico gelden er twee normen namelijk de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Er dient binnen deze normen geopereerd te worden.
Renterisiconorm (lang)
Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten in geval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. Deze norm is op 20% van de lastenkant van de begroting gesteld en wordt afgezet tegen de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen.
bedragen x € 1.000 | ||||
Renterisiconorm | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
|---|---|---|---|---|
Stand van het begrotingstotaal | 164.408 | 145.390 | 140.690 | 145.317 |
Renterisiconorm 20% van de begroting | 32.882 | 29.078 | 28.138 | 29.063 |
Renterisico op de vaste schuld | 4.671 | 4.671 | 3.672 | 2.672 |
Ruimte onder risiconorm | 28.210 | 24.407 | 24.466 | 26.392 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat wij meerjarig onder de norm uitkomen.
Kasgeldlimiet (kort)
Om het risico van kortlopende financiering te beperken is in de Wet fido de kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet is een vastgesteld percentage (8,5%) berekend over de lastenkant van de begroting. Zodra de kortlopende financiering (kasgeldleningen) drie kwartalen boven dit bedrag uitkomt, is de gemeente verplicht over te gaan tot consolidatie. De kortlopende schuld moet dan omgezet worden in een langlopende geldlening.
Voor 2025 zit onze kasgeldlimiet op bijna € 14,0 miljoen. Het verwachte financieringstekort bedraagt begin 2025 € 6,5 miljoen en loopt op gedurende het jaar. Dit tekort wordt veroorzaakt door aflossingen op leningen en openstaande kredieten.
5. Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte
De liquiditeitenplanning voor 2025 is als volgt:
bedragen x € 1.000 | |||
Liquiditeitenplanning | Prognose 2024 | Actueel 2024 | Prognose 2025 |
|---|---|---|---|
Stand liquiditeiten 1/1 | -16.022 | -5.387 | -6.578 |
Saldo exploitatie | 7.830 | 7.830 | 3.574 |
Saldo investeringen | -22.052 | -12.052 | -10.200 |
Saldo grondexploitatie | 8.643 | 8.643 | 6.481 |
Saldo financiële activiteiten | -5.613 | -5.613 | -5.464 |
Stand liquiditeiten 31/12 | -27.213 | -6.578 | -12.187 |
De liquiditeitsprognose uit de Begroting 2024, is per medio 2024 bijgewerkt met nieuwe inzichten om te komen tot een actueel beeld. De prognose uit 2024 baseert zich op een beginstand van € -16,022 miljoen in januari, welke in werkelijkheid uit kwam op € -5,387 miljoen. Daarnaast schuift € 10,0 miljoen aan investeringen naar 2025, waaronder het krediet voor basisschool De Velduil. Dit geeft een actuele prognose van de stand liquiditeiten per 31 december 2024 van € -6,578 miljoen.
In 2025 stijgt de financieringsbehoefte daarmee van € 6,578 miljoen begin 2025 tot naar verwachting € 12,187 miljoen eind 2025. De belangrijkste reden hiervoor zijn een lager saldo grondexploitatie voortkomend uit stijgende kosten en kredieten voor renovatie van scholen.
Gemeente Houten heeft een rekening courantkrediet van 25 miljoen euro. Op basis van de geprognosticeerde financieringsbehoefte, is de verwachting dat er geen lening hoeft te worden afgesloten in 2025.
Ter aanvulling op bovenstaand is ook een meerjarige financieringsbehoefte geschetst. Hierbij is rekening gehouden met de in de begroting opgenomen investerings- en bestedingsplannen, alsmede met de geraamde inzet van voorzieningen. Daarnaast zijn vanwege het ontbreken van een meerjareninvesteringsprogramma, vanaf 2025 aannames hieromtrent gedaan. Hieruit volgt het volgende beeld voor de meerjarige financieringsbehoefte.
Grafiek: meerjarige financieringsbehoefte en verloop leningenportefeuille
In bovenstaande grafiek stijgt de financieringsbehoefte vanuit de Algemene Dienst meerjarig naar ruim
€ 32 miljoen in 2027. De stijgende financieringsbehoefte wordt verklaard door aflossingen op bestaande leningen, kredieten voor renovatie van scholen, Bouwen voor Houten, meerjarige onderhoudsplannen, stijgende kosten op sociaal domein en een lagere Algemene uitkering Gemeentefonds (per 2026 is deze rijksbijdrage € 6 miljoen lager dan eerdere jaren). De financieringsbehoefte is geprognosticeerd exclusief de geplande bezuinigingen van de Gemeente Houten, welke de verlaagde bijdrage van het Rijk dient te compenseren en daarmee financieringsbehoefte significant drukt. Desalniettemin is de verwachting dat in 2027 een nieuwe lening afgesloten wordt.
6. Rentetoerekening
Vanaf 2017 moet de ‘reële’ (omslag)rente in de begroting worden verwerkt. Middels onderstaand renteschema wordt inzicht gegeven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend.
Bedragen x € 1.000 | |||
Renteschema | 2025 | ||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 1.429 | |
b. | De externe rentebaten | -22 | |
Totaal door te rekenen externe rente | 1.407 | ||
c. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | 0 | |
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moeten worden toegerekend | |||
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | 22 | ||
22 | |||
d1. | Rente over eigen vermogen | 0 | |
d2. | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | 0 | |
De aan de taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) | 1.429 | ||
e. | De werkelijk aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) | 1.322 | |
f. | Renteresultaat op het taakveld treasury | -106 | |
Boekwaarde per 1-1-2025 integraal gefinancierd | 132.296 | ||
Percentage toe te rekenen naar taakvelden (afgerond) | 1,0% | ||
Op basis van bovenstaand overzicht, is de voorcalculatorische omslagrente in de begroting 2025 berekend op 1,0%. Dit percentage is ongewijzigd ten opzichte van de omslagrente in 2024. Deze rente wordt toegepast aan de uitgaven- en inkomstenkant van de begroting.
7. Wet schatkistbankieren
Eind 2013 is de Regeling Schatkistbankieren in werking getreden. Op grond van deze regeling dienen decentrale overheden eventuele overtollige geldmiddelen in ’s Rijks Schatkist aan te houden, dit met uitzondering van een zeker drempelbedrag. Voor Houten ligt de drempelwaarde in 2025 rond de € 3,3 miljoen. De gemeente gebruikt de limiet vaak aan de opnemende kant, incidenteel kan het voorkomen dat door een overschot aan middelen deze automatisch worden overgeboekt naar de rekening van de schatkist.
8. Wet houdbare overheidsfinanciën (wet Hof)
In onderstaand overzicht is te zien de verwachte EMU-saldi over 2024, 2025 en 2026 respectievelijk € 26,4 miljoen(tekort), € 4,3 miljoen(overschot) en € 2.8 miljoen (tekort) bedragen. De conclusie die daaruit kan worden getrokken, is dat Houten in 2025 in positieve zin bijdraagt aan het EMU-saldo en in 2024 en vanaf 2026 in negatieve zin.

